© Copyright: Tij Kools                                                                                                                           E-mail: tij@tijkools.nl

 

 

 

Leo Kluijtmans
"De Magiėr"
uit de Peel
1906 - 1988

Leo Kluijtmans, (gebruikte als pseudoniem ook wel de naam Louis van Meereveld) werd in de Peel geboren. Kluijtmans noemde zichzelf ook wel  "De Witte Magiėr" en "De Ziener uit de Peel".

Zijn moeder vond hem als kind te tenger voor het zware peelwerk en hij hoefde  dan ook niet veel te doen. Wel snuffelde hij veel in allerlei boeken en had hij oog voor alles wat zich in het begin van de vorige eeuw afspeelde in het jonge peeldorp Helenaveen dat slechts een halve eeuw voor zijn geboorte ontstaan was door de grote vraag naar turf.
Toen het radiotoestel doordrong tot in de peelstreek, zorgde hij er met een broer voor dat de antennes geplaatst werden bij degenen die zich in die tijd een radio konden veroorloven en dat waren er niet heel veel.  Een radio was duur in die tijd en een antenne aanleggen voor goede ontvangst was een hele kunst. Ook bij  directeur Bos van het veenbedrijf installeerde hij een antenne.
Van een dienstmeid van Bos hoorde hij dat er in de kast onder de trap, spullen lagen die afkomstig waren van een beroemde vondst in 1910 waar onder meer een zilveren vergulden helm in het veen werd gevonden. De helm werd  aan het museum voor oudheden in Leiden verkocht voor een paar centen, want oog voor dit soort zaken had met niet. Zo verdween ook een aanzienlijke verzameling volkskunst uit Deurne omdat men er daar te weinig belangstelling voor had.

Ruim vijftig jaar na de vondst werd Leo Kluijtmans opnieuw geconfronteerd met de in 1910 in de Peel gevonden 'Gouden helm', of beter gezegd met de drager van die helm in vroeger tijden, een Romeins officier volgens Kluijtmans, Basilius genaamd.  Leo kreeg  's nachts op onregelmatige tijden bezoek van de geest van die romein. Deze deed allerlei pogingen om Leo een aantal dingen duidelijk te maken, maar dat lukte in het begin nog niet al te best. Daar kwam nog eens bij dat ook andere geesten zich met de zaak gingen bemoeien. En dat waren niet altijd de vriendelijkste zo bleek al spoedig.  Soms zag Leo ze in auto's zitten, maar wel zonder chauffeur achter het stuur. Ze reden volgens hem langs zijn huis om hem de wacht aan te zeggen. Maar bang werd hij er niet van, want voor hem was het een teken dat hij op het goede spoor zat.  Maar behalve de 'slechte' die hem bang wilden maken waren er gelukkig ook 'goede' geesten. Die wilden hem kennis laten maken met de 'vierde dimensie' zei Kluijtmans, zodat voor  hem veel geopenbaard zou worden en hij dat dan weer door kon geven aan het 'gewone volk'.
Leo Kluijtmans gaf, vooral in de jaren zestig en zeventig, tal van tijdschriftjes, boekjes, folders, vlugschriften en ander materiaal uit om de mensen kennis te laten maken met de ervaring die hij van gene zijde kreeg. Hij hield  lezingen voor huisvrouwenverenigingen maar ook voor  studentenclubs ver van de Peel over zijn bijzondere belevenissen.
Die belevenissen bleven niet onopgemerkt. Hij kreeg bezoek van archeologen, professoren, belangstellenden en nieuwsgierigen. Hij werd geļnterviewd door radio en tv- omroepen, maar bleef daar vrij kalm onder. 's Morgens at hij gewoon zijn volle pan met gebakken spek en kon er dan weer de hele dag tegen.

Hij schreef een brief aan het ministerie,  om de vindplaats van de helm in 1910 te behoeden voor de ondergang, . Maar daar legde men zijn smeekbede naast zich neer en het ministerie kon of wilde zijn verzoek niet honoreren zo schreef Den Haag aan Kluijtmans.

Zoals eerder gezegd was Kluijtmans zeer goed op de hoogte van wat zich in de Peel afspeelde. Hij schreef het ook op en op tape opgenomen gesprekken met hem bleven bewaard.
Onder het pseudoniem Louis van Meereveld schreef hij gedichten, soms ondeugende. Ook schreef hij "Spokerijen in de Peel" een boekje dat destijds werd uitgegeven bij een bekende uitgeverij in Zaltbommel.