© Tij Kools                                                                                                                                                                                                        tij@tijkools.nl

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

Op deze site geen fabels of fantasieverhalen maar gewoon herinneringen aan de wonderbaarlijke Deurnese Arts/Kunstenaar Hendrik Wiegersma.


 

 Ossip Zadkine, Hendrik Wiegersma en Ton Hartjens

De avond vóór de opening van museum Dinghuis in december 1965, waarvan ik op verzoek vanPieter Wiegersma, kunstenaar en artistiek directeur van het museum, een fotoreportage zou maken, werd ik door hem verzocht naar het Klein Kasteel, zijn toenmalige woning, te komen om nog enkele zaken betreffende die fotosessie door te spreken.

Ik wist van Pieter dat de alom bekende beeldhouwer en goede vriend van zijn vader O. Zadkine bij de opening aanwezig zou zijn. Wat ik niet wist was, dat deze beroemde man op het moment dat ik aanbelde op die bewuste avond, daar op bezoek was. Overigens hij niet alleen. Er waren nog enige bekende lieden meer aanwezig.

 

De deur werd tot mijn verrassing niet door Pieter of zijn vrouw Flossy opengemaakt, maar door Dokter Hendrik Wiegersma, in die dagen een veelbesproken en kleurrijk figuur. Hij kende mij en ik hem door de vele malen dat ik voor hem in “Huize De Wieger” door toedoen van zijn zoon Pieter, foto’s maakte van door hem verzamelde volkskunst evenals reproducties van zijn eigen schilderijen.
 
Hij trok mij aan mijn mouw onmiddellijk naar binnen met de woorden: “Dat komt goed uit, ik zal jou eens voorstellen aan een wereldberoemde kunstenaar, een vriend van mij”. Ik begreep uiteraard wie hij bedoelde maar zei niets. We liepen de grote huiskamer in waar een illuster gezelschap verzameld was. Hendrik Wiegersma met mij in zijn kielzog, stevende recht op een kleine, tengere man met een witte kuif af, duwde mij naar voren en sprak met verheffing van stem: “Ossip, dit is nou Ton Hartjens, de fotograaf” en zich tot mij wendend spak hij ”En dit is Zadkine”. Hij had de zaken fraai omgekeerd.

 

Daar stond ik, een jonge, volkomen onbeduidende, aankomende fotograaf niet verder bekend dan zijn eigen dorpsgrenzen met een kop zo rood als een biet voor deze beroemde man en tussen al die bekende lieden.

Zadkine, onze taal niet machtig, had kennelijk toch de grap begrepen. Hij lachte en nodigde mij uit naast hem te komen zitten. We hebben geruime tijd over kunst en fotografie zitten babbelen. Hij maakte op mij een zeer diepe indruk door zijn bescheidenheid, ernst en oprechte belangstelling voor mensen.

 

 

Ik heb de “oude Wieger” zijn grap vergeven, tenslotte kwam het hierdoor, dat ik, jonge snotneus die ik was, nader kennis kon maken met een wereldbekend kunstenaar.

 

 

 

Foto's en tekst:

© 2001 Ton Hartjens, Deurne.

 

Rechts: Ets van Zadkine - Eigendom: Ton Hartjens


Klik hierboven op een van de speakertjes om een geluidsbestand te horen van Jaap Wiegersma, ook arts in Deurne en zoon van Hendrik Wiegersma

Herinneringen van Harry de Hoop, die ooit chauffeur/tuinman was bij Hendrik Wiegersma.
 

De eerste kennismaking met dokter Wiegersma.

Assistente Hennie doet open. "Wat wenst u?" Harry: "Ik kom voor de betrekking chauffeur-tuinman". Tien minuten later komt Wiegersma: "Kundege autorijden?" Harry: "Nee meneer."  Wiegersma: "Da kan de stomsten boer nog wel, dus da moete ge gauw leren en nu naar ons Nel." Bij Nel in de salon wordt alles besproken. Wiegersma in de deuropening van de salon: Ge bent geen boer want ge houdt oe handen niet in de zakken. Ge kunt meteen beginnen.

 

Het Paard.

In de tijd dat Harry de Hoop tuinman/chauffeur was bij Wiegersma ging de dokter regelmatig te paard naar zijn patiënten . Op een dag, toen Wiegersma naar Liessel  was gereden om daar patiënten te bezoeken hoorde Harry, een half uur daarna daarna, de hoeven van het paard klinken op de weg voor het huis. Een beetje ongerust keek Harry naar het paard dat daar alleen aan kwam lopen. Hij zadelde het dier af en zag even later Wiegerma aan komen fietsen op een oude fiets. "Harry breng die fiets eens terug naar Liessel, want ik had het paard vastgebonden aan een boom, maar hij heeft zich  weten los te trekken. Ik heb toen een fiets geleend bij een boer."

Harry bracht de fiets terug en de boer vroeg aan hem: "Is de Wieger goed thuis gekomen, want 't paard had hem er af gegooid."

 

Eerste bezoek met vrouw en kinderen.

Als Harry met zijn echtgenote en kinderen het eerste bezoek brengen aan de Wieger en zij met de kinderen uit het raam kijken boven het atelier roept Wiegersma naar Harry: "Is da oe wijf? Hadde ge niks anders kunnen krijgen? En zijn da de jong, 't zijn net apen." Dan roept Wiegersma in de keuken: "Lies maak is gauw iets te eten voor die hongerlijers, anders zeggen ze nog dat ze bij de Wieger nils te vreten krijgen." In de keuken krijgen de kinderen nog een grote cent van hem.

 

Het Naakt.

Harry: " Weken en weken lang schildert Wiegersma in zijn atelier. Niemand mag er in komen. Dan, op een zekere dag, roept hij me. 'Kom eens in mijn atelier kijken, dan zal ik oe eens iets schoons laten zien!' Ik kom in het atelier en zie daar een levensgroot naaktschilderij van een dame. 'Is dat geen schoon naakt wijf?' Ik bevestig dat, maar enkele dagen later hoor ik midden in de nacht een hels lawaai. 's Morgens roept de Wieger mij en zegt: "Harry kom eens hier en ruim die rotzooi op." Hij had het naakt in honderd stukken gesneden. Een hele week had hij de pest in."

 

De "antieke" kruik.

"Een jonge man belt aan bij de voordeur en vraagt naar dokter Wiegersma. Er volgt een kort gesprek tussen beiden. Even later komt de Wieger in de keuken en zegt: 'Harry kom eens kijken wat ik gekocht heb voor honderd gulden, terwijl het misschien wel duizenden waard is. Toen ik vroeg wat het was zei de Wieger: 'Ach gij met oe boerenverstand. Ziede ge nie dat da een hele dure kruik is, want de emaille is aan de buitenkant helemaal verweerd en binnenin nog helemaal goed.' Enkele uren later komt Pieter binnen. Deze ziet de kruik en zegt tegen zijn vader: 'Hebt u ook zo'n ding gekocht? In Helmond verkopen ze die dingen voor twee gulden vijftig. De Wieger was woedend. 'Waar is die rotvent die me zo bedonderd heeft?' De jonge man werd opgespoord. Hij moest het geld teruggeven en vertrok richting Helmond. Met de "antieke" kruik."


 

Naar begin

Naar Index Deurne Archief